boeren         


De eerste boeren kwamen hier ongeveer 7000 jaar geleden wonen. Ze leefden heel anders dan de jagers die al in ons land leefden. De boeren woonden op een vaste plek, in huizen gemaakt van stro, leem, takken en boomstammen.
De bomen werden omgehakt met grote bijlen, een nieuwe uitvinding van de boeren. Zo kwam er ruimte voor de akkers. Op de akkers lieten de boeren graan groeien. Om de akkers te bebouwen maakten ze gebruik van dieren. De ossen hielpen hen bij het bewerken van de grond. Varkens hielden ze voor het vlees, en geiten voor de melk. En schapen leverden wol. De wol werd door de vrouwen gesponnen en met een weefgetouw werden kledingstukken geweven.
De boeren hadden hun akkers rond hun boerderij, waar ze hun voedsel zelf verbouwden. Ze hoefden dus niet net als de jagers op zoek naar voedsel. De boeren zaaiden bijvoorbeeld graan. Het graan werd geoogst en met maalstenen tot meel vermalen. Daarvan bakten de boeren op een houtskoolvuur hun broden/koeken. Een andere nieuwe vinding van de boeren was het pottenbakken. Ze wilden het voedsel dat ze zelf verbouwden bewaren, en daar waren potten voor nodig. Deze potten werden vaak mooi versierd.
Net als de jagers hadden de boeren ook een sjamaan, een wijze man of vrouw. De sjamaan verzorgde ook vaak de zieken en de gewonden. Met rituelen probeerde ze een zieke te genezen.

                            jagers

De mensen in de steentijd woonden niet in een huis in een dorp of stad net als wij. Waarschijnlijk woonden ze in tenten en hutten, gemaakt van stro en dierenhuiden. Ze zwierven in groepen door het land op zoek naar eten.
De mannen gingen als er eten nodig was op jacht naar rendieren, zwijnen en hazen. Hun pijlen, speren en bogen maakten de jagers zelf.Ook werd er gevist. De vrouwen en kinderen gingen iedere dag op zoek naar voedsel in de bossen. In de herfst naar wilde vruchten, in het voorjaar verzamelden ze bladgroenten en knollen.
Als de mannen terugkwamen van de jacht werden de dieren die ze hadden gevangen, geslacht.Alles van het dier werd gebruikt. Het vlees om te eten, huiden voor de kleding, en zelfs de ingewanden werden schoongemaakt.
Met een varkensblaas kon je heel leuk voetballen? En van tanden werd een mooie halsketting geregen. De vuurplaats was een belangrijke plek bij elke hut. 's Avonds om bij te eten, 's nachts om de dieren op een afstand te houden. Om veilig bij elkaar te zitten, zich te kunnen warmen en om elkaar verhalen te vertellen. Verhalen over hoe de wereld was begonnen, of over hoe de geesten naar je loerden?
In de loop van de tijd leerden de mensen uit de prehistorie hoe ze grond konden bewerken en dieren konden temmen. Jagers werden boeren.         

Maak jouw eigen website met JouwWeb